Internationale schoolkosten: vergoeden of uitruilen?
De werkgever mag, naast de 30%-vergoeding voor extraterritoriale kosten, onder voorwaarden aan een werknemer ook de kosten voor internationale schoolgelden onbelast vergoeden. Omdat internationale schoolgelden als extraterritoriale kosten kwalificeren, mag de werkgever de vergoeding ook geven aan werknemers die niet voor de 30%-regeling in aanmerking komen, bijvoorbeeld omdat ze niet voldoen aan de salarisnorm of de 150 kilometervoorwaarde. Dit geldt echter niet voor de terugkerende Nederlander.
Onder (internationale) schoolgelden verstaat men uitgaven voor het volgen van basisonderwijs of voortgezet onderwijs aan internationale scholen en internationale afdelingen van niet-internationale scholen. Het betreft de bedragen die door de school overeenkomstig haar tarieven voor onderwijs in rekening worden gebracht, met uitzondering van kosten van kost en inwoning maar met inbegrip van vervoerskosten (art. 10e lid 8 UBLB 1965).
Om voor de onbelaste kostenvergoeding in aanmerking te komen moet de opleiding op de school gebaseerd zijn op een internationaal stelsel en in principe alleen toegankelijk zijn voor kinderen van uit het buitenland uitgezonden werknemers. De internationale school of afdeling hoeft zich niet in Nederland te bevinden. Een onbelaste vergoeding voor onderwijs aan een kwalificerende instelling in België is dus ook mogelijk.
In een besluit van 28 maart 2003 heeft de staatssecretaris aangegeven dat de onbelaste vergoeding voor internationaal onderwijs niet van toepassing is voor een Nederlandse werknemer die regelmatig voor zijn werk in het buitenland moet wonen en werken en waarvan de kinderen naar een internationale school in Nederland gaan wanneer hij in Nederland woont. Volgens de staatssecretaris verkeert een buitenlander die in Nederland gaat wonen en werken namelijk in een andere situatie dan een terugkerende Nederlander. De eerste is niet in Nederland…