Naar de inhoud

JB 2005/53, CBB 26-11-2004, , AWB 00/392

Inhoudsindicatie

Gemeenschapsrecht, Prejudiciële vragen

Samenvatting

In dezelfde nationale procedure worden opnieuw prejudiciële vragen gesteld. Nadat bij arrest van het Hof van Justitie van de EG van 12 februari 2004, C-236/02 prejudicieel was beslist op een door het college gestelde vraag betreffende art. 7 lid 1 aanhef en onder f Verordening 536/93/EEG, is in de loop van de procedure bij het college de vraag opgekomen of voor de verdergaande Nederlandse bepaling in de Zuivelvordering een bevoegdheid aan de lidstaten is…

Instantie College van Beroep voor het bedrijfsleven
Datum uitspraak26-11-2004
PublicatieJB 2005/53 (Sdu Jurisprudentie Bestuursrecht), aflevering 2, 2005
ZaaknummerAWB 00/392
RechtsgebiedBestuursrecht
Rechters
  • Mr. Wolters
  • Mr. Borman
  • Mr. Van Wagtendonk
Partijen A te X,
appellant,
gemachtigde: mr. G. van der Hardt Aberson, advocaat te Rotterdam,
tegen
het Productschap Zuivel te Rijswijk,
verweerder,
gemachtigden: mr. I.H. de Klerk Wolters, mr. F.G.P. Diermanse en L.J.
Koers, allen werkzaam bij verweerder.
Regelgeving
  • EG-Verdrag - 234
  • Verordening 536/93/EEG - 7
  • Zuivelverordening 1994 - 11