Naar de inhoud

JGZ 2017/3, Hoge Raad 21-04-2017, ECLI:NL:HR:2017:770, 16/06226 (met annotatie van W.J.A.M Dijkers)

Inhoudsindicatie

Verlening voorlopige machtiging zonder betrokkene te horen, Onderzoeksplicht van de rechter naar de bereidheid van betrokkene om zich te doen horen

Samenvatting

Bij de mondelinge behandeling van het verzoek om een voorlopige machtiging te verlenen was betrokkene niet aanwezig: hij was namelijk een paar dagen eerder weggelopen. De rechtbank verleende de verzochte machtiging; zij overwoog dat betrokkene niet bereid was zich te doen horen, wat de rechtbank was gebleken uit de omstandigheid dat betrokkene, hoewel hij bekend was met het verzoek en zijn advocaat had verklaard dat

Instantie Hoge Raad
Datum uitspraak21-04-2017
PublicatieJGZ 2017/3 (Sdu Jurisprudentie Gedwongen zorg), aflevering 1, 2017
Annotator
  • W.J.A.M Dijkers
ECLIECLI:NL:HR:2017:770
Zaaknummer16/06226
Overige publicaties
  • ECLI:NL:HR:2017:770
  • GZR-Updates.nl 2017-0183
RechtsgebiedOverig
Rechters
  • mr. A.M.J. van Buchem-Spapens
  • mr. G. Snijders
  • mr. M.V. Polak
Partijen X, te Y,
verzoeker tot cassatie,
advocaat: mr. G.E.M. Later,
tegen
de officier van justitie in het arrondissement Den Haag,
verweerder in cassatie,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als betrokkene en de officier van justitie.
Regelgeving
  • Wet Bopz - 8 lid 1