Naar de inhoud

JV 2008/194, RvS 19-03-2008, BC8395, 200706391/1

Inhoudsindicatie

Dublinverordening, Gezinsleven, Toetsing, marginale, Frankrijk

Samenvatting

De rechtbank heeft overwogen dat de door de vreemdeling aangevoerde humanitaire aspecten, met name het reële gevaar gescheiden te raken van haar echtgenoot, dermate sterk zijn dat de behandeling van haar asielverzoek door Nederland in de rede ligt en dat het gezien de voorgeschiedenis niet geheel onbegrijpelijk is dat de vreemdeling en haar echtgenoot hebben geweigerd in te stemmen met een aan Frankrijk te richten verzoek tot gezamenlijke terugname.

De Afdeling overweegt dat de uitoefening van de bevoegdheid…

Instantie Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Datum uitspraak19-03-2008
PublicatieJV 2008/194 (Sdu Jurisprudentie Vreemdelingenrecht), aflevering 7, 2008
Zaaknummer200706391/1
LJN LJN:BC8395
RechtsgebiedMigratierecht
Rechters
  • Mr. Lubberdink
  • Mr. Troostwijk
  • Mr. Van der Spoel
Partijen de Staatssecretaris van Justitie,
appellant,
gemachtigde: mr. G.M.H. Hoogvliet,
tegen
de uitspraak in zaak nrs. AWB 07/28383 en 07/28385 van de
voorzieningenrechter van de rechtbank ’s-Gravenhage, zp
Zwolle, van 10 augustus 2007 in het geding tussen
A., mede voor haar minderjarig kind,
gemachtigde: mr. E.W.B. van Twist,
en
de Staatssecretaris van Justitie.
Regelgeving
  • Dv - 3 lid 2 3 lid 15
  • Vc 2000 - C3/2.3.6.1 C3/2.3.6.3