Naar de inhoud

JV 2017/210, RvS 25-08-2017, ECLI:NL:RVS:2017:2293, 201701853/1/V1

Inhoudsindicatie

Vluchtelingenverdrag, exclusion clause, Opvang, Vertrekplicht, Onmenselijke behandeling, Libanon, Koppelingswet, Inreisverbod, Gezinsleven

Samenvatting

Geen officiële onverschilligheid omdat vreemdeling verblijfsvergunning regulier kan aanvragen.

De vreemdeling verblijft sinds 2000 in Nederland. Zijn asielaanvragen uit 2000 en 2011 zijn afgewezen omdat art. 1F Vluchtelingenverdrag van toepassing is (VK Arnhem 10 februari 2015, ECLI:NL:RBDHA:2015:1283, en ABRvS 13 mei 2015, ECLI:NL:RVS:2015:4088). Tegen hem is een…

Instantie Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Datum uitspraak25-08-2017
PublicatieJV 2017/210 (Sdu Jurisprudentie Vreemdelingenrecht), aflevering 13, 2017
ECLIECLI:NL:RVS:2017:2293
Zaaknummer201701853/1/V1
Overige publicaties
  • ECLI:NL:RVS:2017:2293
RechtsgebiedMigratierecht
Rechters
  • mr. Verheij
  • mr. Van der Wiel
  • mr. Drop
Partijen De vreemdeling,
gemachtigde: mr. W.G. Fischer,
appellant,
tegen
de uitspraak van de Rechtbank Den Haag zp Middelburg, van 6 februari 2017 in zaak nr. 16/11779 in het geding tussen
de vreemdeling
en
de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie.
Regelgeving
  • Vluchtelingenverdrag - 1F
  • EVRM - 8
  • Vb 2000 - 3.4 lid 3
  • Vc 2000 - C2/7.10.2.6