Kwijtschelding van successie- en schenkingsrecht bij bedrijfsopvolging
Samenvatting
1. Bij een gefaseerde bedrijfsoverdracht kan in de tweede fase geen gebruik worden gemaakt van de kwijtscheldingsregeling voor het recht van schenking en van successie.
2. Deze regeling kan wel worden toegepast ingeval de vrouw van een vennoot/maat overlijdt en tot haar nalatenschap een vordering op de man behoort ter grootte van de helft van de waarde van zijn vennootschaps/maatschapsaandeel, welke vordering door haar man krachtens erfrecht wordt verkregen.
Tekst
De wettelijke regeling voor uitstel en kwijtschelding van successie- en schenkingsrecht bij bedrijfsopvolging roept bij de praktische toepassing vragen op waarvan een aantal aan het ministerie van Financiën is voorgelegd.
Na de onderwerpen legaat van onderneming en kwijtschelding koopprijs die zijn behandeld in FBN 1998, nr 33, heeft het ministerie onlangs zijn standpunt kenbaar gemaakt met betrekking tot de toepasselijkheid van de faciliteiten bij een gefaseerde bedrijfsoverdracht en bij het overlijden van de echtgenoot van een ondernemer.
Gefaseerde bedrijfsoverdracht
Ingeval van een gefaseerde (agrarische) bedrijfsoverdracht wordt in de eerste fase het ondernemingsvermogen overgedragen zonder de daartoe behorende onroerende zaken. Deze zaken worden aan de opvolger op langlopend contract verpacht/verhuurd. De tweede fase omvat de overdracht of overgang van de verpachte/verhuurde onroerende zaken aan of op de opvolger.
Bij besluit van de staatssecretaris van Financiën van 11 augustus 1998, FBN 1998, nr 56 is bepaald dat de kwijtscheldingsregeling ook van toepassing is bij een gefaseerde (agrarische) bedrijfsoverdracht.
Uit het onlangs verkregen antwoord van het ministerie blijkt dat de toepasselijkheid van de kwijtscheldingsfaciliteit bij een gefaseerde overdracht is beperkt tot de eerste fase. Aangezien de onroerende zaken ten tijde van de overdracht of overgang niet meer tot…