Legalisatie handtekening met bevoegdheidsverklaring. Aansprakelijkheid notaris.
Een procuratiehouder van SHV verstrekt, gesteld op het briefpapier van SHV, aan een derde garanties. Daarmee overschrijdt de procuratiehouder zijn volmacht.
Een notaris legaliseert op verzoek van de derde de handtekening van de procuratiehouder en verklaart tevens dat deze bevoegd is SHV met zijn handtekening te verbinden voor het bedrag waarmee degaranties zijn gemoeid. Alvorens de legalisatie en de verklaring af te geven heeft de notaris geen recherche verricht bij het handelsregister. SHV lijdt schade en spreekt de notaris aan.
Het Hof Den Haag overweegt dat van een notaris aan wie een dergelijke legalisatie wordt gevraagd, mag worden verwacht dat hij, alvorens deze te verstrekken, recherche pleegt aangaande de juistheid van de hem aangereikte gegevens. Door dit niet te doen handelt hij onrechtmatig. Dit geldt in beginsel ook jegens degene (SHV) die heeft bijgedragen tot het tot stand komen van de foute informatie.
In casu oordeelt het Hof echter, op grond van de door hem aangenomen feiten en omstandigheden, dat SHV niet langer aan deze norm bescherming kan ontlenen, zodat de gevolgen van de overschrijding van de bevoegdheid voor haar risico dienen te komen. Dit oordeel baseert het Hof op het gegeven dat SHV haar procuratiehouder verregaand de vrije hand placht te geven.
Het oordeel wordt ter cassatie aan de Hoge Raad voorgelegd; wij houden u op de hoogte.
Rechtspraak van de Week 1990, blz. 796, In Raadkamer.
G.J.C. Lekkerkerker
Zie ook
JBN 1993, 90
JBN 2003, 15