Meer duidelijkheid over art. 10 SW
De staatssecretaris heeft onlangs een nieuw besluit uitgebracht over één van de belangrijkste fictiebepalingen in de Successiewet, artikel 10 SW. Het besluit bevat onder andere de al aangekondigde overgangsregeling voor situaties waarbij ouders voor 1 januari 2010 een woning hebben overgedragen aan hun kinderen, maar daar zelf tot hun overlijden in blijven wonen.
Verschillende situaties vallen onder de toepassing van artikel 10 SW. Het onlangs gepubliceerde besluit bevat beleid over de toepassing van artikel 10 SW bij gesplitste aankoop, splitsing na aankoop, de vergoeding bij schuldigerkenning uit vrijgevigheid, de overdracht (van de eigen woning) onder voorbehoud van huur en de invloed van verbeteringen aan de woning. Ook is de aangekondigde overgangsregeling opgenomen voor de situatie waarbij de woning is overgedragen onder voorbehoud van vruchtgebruik.
Gesplitste aankoop, splitsing na aankoop
Tot en met 2009 was artikel 10 SW alleen van toepassing indien de ouders zelf de blote eigendom van de woning hadden overgedragen. Vanaf 2010 is artikel 10 SW ook van toepassing bij de gesplitste aankoop en bij splitsing na aankoop. Bij gesplitste aankoop kopen de ouders het vruchtgebruik en het kind de blote eigendom rechtstreeks van een derde. Bij splitsing na aankoop kan het bijvoorbeeld zo zijn dat het kind de woning koopt en vervolgens het recht van vruchtgebruik overdraagt aan de ouders. Bij de toepassing van artikel 10 SW komt hetgeen het kind heeft opgeofferd op zijn fictieve verkrijging in mindering, vermeerderd met 6% enkelvoudige rente. Op basis van het besluit is hetgeen het kind heeft opgeofferd de waarde van de blote eigendom van de woning ten tijde van splitsing. Bij gesplitste aankoop is dit de koopsom voor de blote eigendom.