Nederlandse cao: ook voor buitenlandse werkgever
Werknemers die tijdelijk werkzaamheden verrichten in Nederland op basis van een arbeidsovereenkomst naar buitenlands recht, kunnen aanspraak maken op het Nederlandse wettelijk minimumloon en de minimumvakantiebijslag. Indien een algemeen verbindend verklaarde cao geldt, dan kan aanspraak worden gemaakt op het cao-loon. Een ondernemer die in Nederland gebruik maakt van de buitenlandse arbeidskrachten, kan hard worden aangepakt indien vast komt te staan dat zij worden onderbetaald door hun werkgever.
Bij grensoverschrijdende arbeid gelden diverse arbeidsrechtelijke regelingen, die veelal in het leven zijn geroepen ter bescherming van de rechten van de werknemer. Dit betreft onder meer de Rome I Verordening, aan de hand waarvan kan worden bepaald welk recht van toepassing is op de grensoverschrijdende arbeidsovereenkomst. Op basis van de verordening kunnen werkgever en werknemer zelf een keuze maken voor het recht (van welk land) dat zij van toepassing verklaren op de arbeidsovereenkomst. Deze rechtskeuze leidt er niet toe dat de werknemer de bescherming verliest die hij geniet op grond van het recht het land dat wordt aangewezen door de Rome I Verordening. Op basis van artikel 8 van deze verordening wordt als eerste gekeken naar de plaats waar, of van waaruit de werknemer zijn werkzaamheden verricht. Het gaat hierbij alleen om de ‘dwingende bepalingen’ van het recht van het land dat wordt aangewezen. In Nederland is het merendeel van het arbeidsrecht van dwingend recht, zoals het minimumloon, minimum aantal vakantiedagen enzovoort.
In grensoverschrijdende arbeidssituaties speelt ook de Wet Arbeidsvoorwaarden Grensoverschrijdende Arbeid (WAGA) een voorname rol. Deze wet is de implementatie van de Europese Richtlijn 96/71/EG van 16 december 1996 betreffende de terbeschikkingstelling van werknemers…