Ontvankelijkheid; inspecteur stelt geen feiten omtrent te late terpostbezorging
Samenvatting
Aan belanghebbende is een WOZ-beschikking opgelegd. De beschikking is gedagtekend 28 februari 2005. Het bezwaarschrift van belanghebbende is gedagtekend 9 april 2005. Het bezwaarschrift is na binnenkomst bij de inspecteur voorzien van een stempel met als datum 13 april 2005. De enveloppe waarin het bezwaarschrift is verzonden, heeft de inspecteur niet bewaard. In geschil is of belanghebbende het bezwaarschrift binnen zes weken na dagtekening van de beschikking ter post heeft bezorgd.
Het hof beslist dat aangezien niet reeds uit de dagtekening van het bezwaarschrift kan worden afgeleid dat het buiten de termijn ter post is bezorgd en daarvoor ook geen andere aanwijzingen zijn, bijvoorbeeld door het poststempel op de enveloppe, het in beginsel aan de inspecteur is feiten te stellen en zo nodig aannemelijk te maken op grond waarvan kan komen vast te staan dat het bezwaarschrift buiten de termijn ter post is bezorgd. Hieraan heeft de inspecteur niet voldaan. De binnenkomst van het bezwaarschrift op 13 april 2005 sluit niet uit dat het bezwaarschrift tijdig ter post is bezorgd.
(Hoger beroep gegrond.)