Politically exposed persons in Holland
Sinds de inwerkingtreding van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft) in 2008 heeft het begrip ‘politiek prominente personen’ (ook wel aangeduid als ‘politically exposed persons’ of PEP’s) haar intrede gedaan in de Nederlandse wet- en regelgeving. De invulling van dit begrip is echter aan verandering onderhevig. In deze bijdrage wordt beschreven op welke wijze dit begrip thans en in de nabije toekomst moet worden ingevuld.
1 Inleiding
In een themanummer over strafrecht en politiek ligt een bijdrage over ‘politiek prominente personen’ voor de hand. Immers, door hun ‘politieke exposure’ worden politiek prominente personen geacht een hoger risico te vormen voor corruptie en strafbare feiten die daarmee verband houden (met name witwassen). De wetgever heeft – in de (tweede)1 memorie van toelichting (MvT) op de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft) – ten aanzien van ‘zakelijke relaties’ met politiek prominente personen dit verband met het strafrecht als volgt geduid:2
‘Dergelijke relaties vereisen aanvullende maatregelen omdat deze een grotere kans op reputatieschade en andere risico’s met zich meebrengen voor instellingen. Daarnaast vergt dienstverlening aan politiek prominente personen bijzondere aandacht in het kader van het internationale beleid inzake de bestrijding van corruptie.’
De strafbare feiten, waarop in voorgaande passage wordt gedoeld, worden geacht een groot (reputatie- en juridisch) risico voor de financiële sector met zich mee te brengen. Dit speelt vooral wanneer de politiek prominente personen afkomstig zijn uit landen waar corruptie veelvuldig voorkomt.3 Gedacht moet worden aan passieve omkoping (het ontvangen van steekpenningen…