Naar de inhoud

Proefschrift: Groepen van contracten

Drie stellingen

S. van Dongen, Groepen van contracten (Serie Onderneming en Recht, deel 95), Deventer: Kluwer 2016

Promotor: prof. mr. H.L.E. Verhagen

Het proefschrift is verdedigd aan de Radboud Universiteit op 21 september 2016

Drie stellingen over groepen van contracten

Groepen van contracten komen in onze samenleving veelvuldig voor. Van kleinschalige gevallen zoals de gefinancierde huurkoop van een auto, tot grootschalige systemen zoals dat van girale betaling, doen zich situaties voor waarin twee of meer overeenkomsten met elkaar samenhangen. In 1998 heeft de Hoge Raad in het Jans/FCN-arrest geoordeeld dat het tenietgaan van de ene overeenkomst binnen een gefinancierde huurkoopconstructie (de koopovereenkomst) tot gevolg kan hebben dat de andere overeenkomst (de geldlening) evenmin in stand kan blijven.1 Bij dit arrest is het niet gebleven. Sinds 1998 is de jurisprudentie van de Hoge Raad uitgebreid en ook in de literatuur kan een toenemende belangstelling voor het verschijnsel groepen van contracten worden waargenomen.2

Vooral uit de gepubliceerde rechtspraak blijkt dat groepen van contracten voor de rechtspraktijk een grote uitdaging vormen. Hoe kan met behulp van het systeem van ons verbintenissen- en contractenrecht, waarin vooral wordt uitgegaan van losstaande overeenkomsten tussen twee partijen, op een adequate wijze worden omgegaan met een groep van overeenkomsten? Op de beantwoording van deze vraag is mijn proefschrift gericht. Ik heb daartoe onderzocht hoe groepen van contracten in ons verbintenissenrecht kunnen worden ingepast.

Daarbij heb ik een belangrijke plaats ingeruimd voor een vergelijking met het Franse en Duitse recht.3 In deze rechtsstelsels heeft al vanaf de jaren ’70 een gestage theorievorming over…