Pseudo-eindheffing: de RVU en de excessieve vertrekvergoeding
Werkgevers zijn een fiscale boete verschuldigd als zij meewerken aan een Regeling voor Vervroegde Uittreding (RVU) bij de beëindiging van het dienstverband van hun werknemer. De Belastingdienst beoordeelt aan de hand van de kwalitatieve toets en de kwantitatieve toets of een ontslagregeling een RVU is. Is er volgens één van de toetsen geen sprake van een RVU, dan is er geen eindheffing verschuldigd. Ook bij betaling van een excessieve vertrekvergoeding krijgt werkgever een boete opgelegd. De fiscale boetes in de vorm van een pseudo-eindheffing komen voor rekening van de werkgever. Hoe hoog zijn die boetes? Hoe kunnen ze worden voorkomen of beperkt?
Uitgelicht
Vrijwillige vertrekregeling is geen RVU
De Hoge Raad heeft bevestigd dat bij de beoordeling van een vrijwillige vertrekregeling niet de uitkomst doorslaggevend is maar de objectieve voorwaarden en kenmerken van de regeling. Het ging om een werkgever die in het kader van een reorganisatie een sociaal plan, …
W&R
(Alleen beschikbaar voor abonnees.)
Jurisprudentie
(Alleen beschikbaar voor abonnees.)
Tools
(Alleen beschikbaar voor abonnees.)
Literatuur
(Alleen beschikbaar voor abonnees.)
Gerelateerde onderwerpen
Kwalificatie arbeidsovereenkomst
Afspiegelingsbeginsel
Sociaal plan
Ontslag wegens disfunctioneren
Ontslag wegens verstoorde verhoudingen
Ontslag wegens verwijtbaar handelen
Ontslag langdurig arbeidsongeschikt
Transitievergoeding
Fiscaal loonbegrip en werkkostenregeling
Auteur |
|
---|---|
Rechtsgebied | Arbeidsrecht |