Rechtvaardigheid in het privaatrecht
Inleiding
Ongeveer 35 jaar geleden publiceerde G.E. Langemeijer het boek “De gerechtigheid in ons burgerlijk vermogensrecht”, een kleine maar belangrijke bijdrage aan het denken over gerechtigheid in ons burgerlijk recht. Een van de stellingen die Langemeijer betrok was zijn opvatting dat de bescherming van de zwakkere partij de enige nieuwe gerechtigheidsgedachte was sinds de invoering van het BW in 1838. Nu de ontwikkeling van het burgerlijk recht weer is voortgeschreden, en in 1992 het NBW is ingevoerd, rijst de vraag: hoe staat het er nu voor met de gerechtigheid in ons burgerlijk vermogensrecht? Hebben nieuwe gerechtigheidsgedachten hun intrede gedaan? Waaruit blijkt dat, en wat zijn hun effecten geweest? Is het vermogensrecht daardoor verrijkt, of is er ook een keerzijde aan deze ontwikkelingen te onderkennen? Aan deze vragen is het speciaalnummer dat voor u ligt, gewijd.
De schrijvers in dit nummer zijn allen lid van een informele, rechtstheoretische discussieclub, “Ccicero” genaamd. Deze discussieclub is enige jaren geleden gestart op initiatief van Peter van Schilfgaarde, die ook, op uitnodiging van de WPNR redactie, het initiatief voor dit bijzondere nummer heeft genomen. De pretentie van deze discussieclub is overigens niet meer dan dat haar leden periodiek bijeenkomen, bij welke gelegenheid zij eigen werk op het gebied van rechtstheorie en privaatrecht lezen en bespreken. In dit gezelschap is het idee ontstaan om bovenstaande vragen te onderzoeken en de resultaten gezamenlijk te publiceren. Geheel in de traditie van Ccicero zijn meerdere avonden gewijd aan de discussie over genoemde vragen waarvan het navolgende de vrucht is.
Om maar met de deur in huis te vallen: ja, er hebben zich…