Naar de inhoud

Renovatie en samenvoeging

Gerechtshof Amsterdam

10 februari 2015, ECLI:NL:GHAMS:2015:409

(Mrs. J.C.W. Rang, R.J.M. Smit en E.M. Polak)

Renovatievoorstel. Opzegging huurovereenkomst. Dringend nodig. Structurele wanverhouding tussen exploitatiekosten en huuropbrengsten.

[Art. 7:220 lid 2, 7:274 lid 1 sub c jº. lid 3 sub a BW]

Huurster huurt sinds 1998 van Merquance een woning met zolderkamer. Merquance ontwikkelt een renovatieplan waarbij het gehuurde wordt samengevoegd met de hele zolderetage om een nieuwe woning over twee etages te creëren en stelt huurster voor om deze nieuwe woning te huren. Huurster gaat niet akkoord en Merquance vordert bij de kantonrechter het tijdstip van beëindiging van de huurovereenkomst vast te stellen.

Merquance stelt dat er een structurele wanverhouding bestaat tussen de exploitatiekosten en de huuropbrengsten en dat door de weigering van huurster om aan de renovatie mee te werken twee andere zolderkamers leeg blijven staan.

De kantonrechter wijst de vordering af en Merquance stelt hoger beroep in.

Het hof brengt eerst een juridische structuur aan in de vordering van Merquance. Haar voorstel houdt in de samenvoeging van het gehuurde met de twee andere zolderkamers tot een woning over twee verdiepingen; dat is niet mogelijk zonder beëindiging van de huurovereenkomst: de gehuurde woning bestaat na de renovatie immers niet meer. Het plan van Merquance komt er dus op neer dat de bestaande huurovereenkomst wordt beëindigd en met huurster een nieuwe huurovereenkomst wordt gesloten met betrekking tot een vervangende woonruimte. Het hof brengt aldus het geschil terug tot de vraag of Merquance het gehuurde ten behoeve van…