Naar de inhoud

Samenloop overdrachtsbelasting en schenkbelasting

Ingevolge artikel 24, lid 2, Successiewet 1956 geldt als hoofdregel dat de schenkbelasting wordt verminderd met de overdrachtsbelasting die door de begiftigde is betaald over het bedrag waarover de schenkbelasting is verschuldigd. Aan de hand van een aantal voorbeelden wordt de toepassing van deze bepaling verduidelijkt.

1. Vooraf

Artikel 24, lid 2, Successiewet 1956 (SW) luidt

2. De overdrachtsbelasting, voor zover deze niet heeft geleid tot toepassing van art. 13 van de Wet op belastingen van rechtsverkeer, betaald over het bedrag waarover schenkbelasting verschuldigd is, strekt in mindering van de schenkbelasting.

In alle volgende voorbeelden wordt de voor een begiftigde geldende vrijstelling eenvoudshalve gesteld op € 5.000. Tenzij anders aangegeven wordt onder ‘waarde’ verstaan de waarde in het economische verkeer (WEV). Alle bedragen luiden in euro’s. In alle gevallen van bevoordeling wordt vrijgevigheid (animus donandi) verondersteld. Alle schenkingen vinden plaats in 2015. Tenzij anders aangegeven is slechts van één enkele schenking in 2015 sprake.

Voor gevallen waarin de onroerende zaak is verkocht en de koopsom ter gelegenheid van de levering geheel is kwijtgescholden (conform het bij de verkoop geuite voornemen) geldt hetzelfde als voor formele schenking van de onroerende zaak.

Voor gevallen waarin de onroerende zaak is verkocht en de koopsom ter gelegenheid van de levering gedeeltelijk is kwijtgescholden (conform het bij de verkoop geuite voornemen) geldt hetzelfde als voor verkoop tegen een prijs onder WEV. Zie mijn bijdrage in FBN 2008, nr. 51 (Samenloop overdrachtsbelasting – schenkingsrecht).

2. Het bedrag waarover schenkbelasting is verschuldigd

Alleen voor zover de betaalde overdrachtsbelasting was verschuldigd over…