Naar de inhoud

Schriftelijke vastlegging pachtovereenkomst door de rechter

Samenvatting

Bespreking van een procedure voor het Pachthof tot schriftelijke vastlegging van een pachtovereenkomst van verkochte grond die bij de verkoper in pacht blijft. Gewezen wordt op de alternatieven voor de reguliere dwingendrechtelijke pacht door gebruik te maken van de in 1995 ingevoerde moderne pachtvormen. De procedure toont aan dat een goede notariële voorlichting en advisering op het gebied van pacht op zijn plaats is.

Tekst

Inleiding

De Pachtwet bevat een groot aantal dwingendrechtelijke regels die met name van toepassing zijn op reguliere pachtovereenkomsten. Zij gelden slechts in beperkte mate voor de op 31 oktober 1995 ingevoerde bijzondere pachtvormen, zie JBN 1995, nr 83.

De Pachtwet verplicht partijen die een (reguliere) pachtovereenkomst sluiten deze schriftelijk vast te leggen en aan de Grondkamer ter goedkeuring voor te leggen, artikel 2. Zolang de overeenkomst niet is goedgekeurd, geldt deze voor onbepaalde tijd en kan zij niet door een van partijen worden opgezegd, artikel 9. Bovendien kan ieder van partijen in rechte de schriftelijke vastlegging vorderen van een niet schriftelijk aangegane pachtovereenkomst. De Pachtkamer legt daarbij de bedingen vast binnen de wettelijke kaders, artikel 11.

De opzet om de dwingende wetsbepalingen te ontgaan door de pachtovereenkomst niet schriftelijk vast te leggen en/of niet ter goedkeuring aan de Grondkamer aan te bieden (ook wel 'grijze pacht' genoemd) wordt derhalve doorkruist door de vordering van de pachter tot schriftelijke vastlegging van de overeenkomst. De hierna besproken procedure handelt over een dergelijke vordering.

Feiten

E is eigenaar van een perceel landbouwgrond waarvan P volgens afspraak met E sedert 1994 gras heeft geoogst en waarop hij jongvee heeft geweid. In 1996 koopt P twee andere percelen…