Naar de inhoud

Sign. - Beroep op cao-bepaling met betrekking salarisbehoud bij plaatsing in andere functie faalt, omdat werknemer zelf heeft gekozen voor plaatsing in lagere functie

Werknemer is sinds 1999 in dienst van DA Retailgroep. Op de arbeidsverhouding is de CAO DA Retailgroep van toepassing. Werknemer bekleedde tot 1 januari 2013 de functie van chauffeur. In dat verband was hij ingeschaald in salarisschaal E. Vanaf 1 januari 2013 heeft DA Retailgroep het vervoer uitbesteed aan PostNL en bekleedt werknemer de functie van medewerker D. Het salaris van werknemer is verlaagd. Art. 7.3.3 van de cao bepaalt dat werknemers die als gevolg van bedrijfsomstandigheden in een lager ingedeelde functie worden geplaatst, met ingang van de datum van plaatsing in de lagere functie, in de met deze functie overeenkomende salarisschaal worden ingedeeld. In art. 8.5.3 van de cao wordt verder bepaald dat de werknemer in dat geval via inschaling een schaalsalaris wordt toegekend, dat zo min mogelijk onder het oorspronkelijke salaris ligt. Partijen verschillen van mening over het antwoord op de vraag of werkgever aan werknemer terecht vanaf 1 januari 2013 een lager salaris betaalt. De kantonrechter oordeelt dat in dit geval niet van plaatsing in een andere functie (als bedoeld in art. 7.3.3 van de cao) kan worden gesproken, omdat werknemer kon kiezen tussen (i) indiensttreding bij PostNL teneinde voor haar zijn werkzaamheden als chauffeur voort te zetten, dan wel (ii) in dienst blijven bij DA Retailgroep en de functie van medewerker D aanvaarden. Gesteld noch gebleken is dat de werknemer de aangeboden functie van medewerker D niet heeft kunnen en mogen weigeren. Werknemer is akkoord gegaan met de functie medewerker D en het bijbehorende lagere salaris. Hij is daarbij bijgestaan door FNV Bondgenoten…