Naar de inhoud

Sign. - Gevolgen vernietiging bestemmingsplan en omgevingsvergunning bij handhaving (ABRvS 1 februari 2017, zaaknummer 201601640/1/A1)

Appellant en anderen wonen allen in de directe omgeving van het perceel. Op dit perceel is ponyhof gevestigd. Appellant en anderen hebben het college verzocht om handhavend op te treden tegen de rijhal die op het perceel aanwezig is, omdat daaraan volgens hen geen geldige omgevingsvergunning meer ten grondslag ligt. Appellant en anderen wijzen in dit verband op de uitspraak van de Afdeling van 10 september 2014, ECLI:NL:RVS:2014:3341, waarbij het bestemmingsplan dat aan de vergunning ten grondslag lag, is vernietigd. Nu in die uitspraak is geoordeeld dat de rechtsgevolgen van het bestemmingsplan niet in stand blijven, is volgens appellant en anderen de omgevingsvergunning voor de bouw van de rijhal komen te vervallen. Bij het in bezwaar gehandhaafde besluit heeft het college het verzoek afgewezen. Het heeft hieraan ten grondslag gelegd dat het niet tot handhaving bevoegd was, omdat de omgevingsvergunning ten tijde van het nemen van het besluit nog rechtsgeldig was. Het college stelt zich op het standpunt dat de vernietiging van het bestemmingsplan niet met zich brengt dat de omgevingsvergunning die op grond van dat bestemmingsplan was verleend, met terugwerkende kracht is komen te vervallen. Het wijst hiertoe op de zogenoemde Tegelen-jurisprudentie, waarvan de lijn is uitgezet in de uitspraak van de Afdeling van 21 december 1999, ECLI:NL:RVS:1999:AA4296. De rechtbank heeft geoordeeld dat het college op 21 april 2015 – ten tijde van het nemen van de beslissing op bezwaar – niet bevoegd was om tot handhaving over te gaan, omdat de omgevingsvergunning voor de rijhal op dat moment nog rechtsgeldig was. Naar het oordeel van…