Sign. - Omgevingsvergunning en uitleg begrip dakvlak in bestemmingsplan [Wabo, Wro] (ABRvS 16 december 2015, zaaknummer 201503212/1/A4 (r.o. 4.1), www.rechtspraak.nl, ECLI:NL:RVS:2015:3853)
Trefwoorden: Omgevingsvergunning. Bestemmingsplan. Begrip dakvlak. Uitleg.
Regelgeving: Wabo art. 2.1. Wroart. 3.1
Bij besluit van 3 december 2012 hebben B&W van Tubbergen, voor zover hier van belang, aan appellante een omgevingsvergunning verleend voor het bouwen van een gebouw, bestaande uit een aantal appartementen en een winkelruimte te Tubbergen. Het bouwplan voorziet in het oprichten van een gebouw, bestaande uit drie bouwlagen, waarin vijf appartementen en een winkelruimte worden gerealiseerd. Het gebouw heeft een plat dak en een hoogte van ongeveer 10 m. Het bestemmingsplan bevat geen omschrijving van het begrip ‘dakvlak’. Appellante betoogt – kort gezegd – dat het begrip ‘dakvlak’ moet worden uitgelegd naar algemeen spraakgebruik, hetgeen volgens haar inhoudt dat een dakvlak een hellend vlak is. Nu het gebouw is voorzien van een plat dak, is er geen dakvlak en dus ook geen snijlijn van dakvlak en gevelvlak, zodat voor het gebouw geen goothoogte geldt. De rechtbank heeft dan ook ten onrechte geoordeeld dat het bouwplan niet voldoet aan de maximale goothoogte van 6 m, aldus appellante. In de planvoorschriften is ten aanzien van de voorgeschreven maximale goothoogte en de wijze van het meten van deze hoogte geen onderscheid gemaakt tussen gebouwen met een plat dak en een hellend dak. Nu een omschrijving van het begrip dakvlak in het bestemmingsplan ontbreekt, houdt een redelijke uitleg van het plan in dat het dakvlak bij een hellend dak wordt gevormd door het hellende dak en bij een plat dak door het platte dak. Een andere uitleg zou ertoe leiden dat voor gebouwen met platte daken uitsluitend de voorgeschreven…