Naar de inhoud

Sign. - One tier board en aansprakelijkheid

De schrijfster behandelt de aansprakelijkheid van niet-uitvoerende bestuurders volgens de Wet bestuur en toezicht. Daarbij gaat zij in op het verschil tussen de commissaris en de niet-uitvoerende bestuurder. Zij betoogt dat bij het uitgebreidere takenpakket van niet-uitvoerende bestuurders een zwaardere aansprakelijkheidspositie hoort: aansprakelijkheid als bestuurder. Of er in de praktijk een groter aansprakelijkheidsrisico zal zijn, zal ervan afhangen hoe een specifieke one tier board in de praktijk functioneert. Ook bespreekt de schrijfster de verschillen tussen de tekst van het huidige art. 2:9 BW en de tekst van het artikel dat is opgenomen in de nieuwe wet. invoering van het nieuwe art. 2:9 BW heeft haars inziens voor niet-uitvoerende bestuurders in de praktijk geen gevolgen. Zij besteedt aandacht aan de mogelijkheid van disculpatie van individuele niet-uitvoerende bestuurders, de positie van functionarissen die deel uitmaken van een board commissie en de positie van de voorzitter van de one tier board. Deze loopt naar haar oordeel een groter aansprakelijkheidsrisico dan de non-executive bestuurders. Willen niet-uitvoerende bestuurders hun kansen op een succesvol disculpatieberoep maximaliseren, dan moeten zij ervoor zorgen dat de overeengekomen taakverdeling duidelijk wordt vastgelegd bij of krachtens statuten, al disculpeert (het vastleggen van) deze taakverdeling op zich niet zonder meer.
(Ondernemingsrecht 2012, 91, mr. drs. D.A.M.H.W. Strik)