Sign. - Ontslagvergoeding in stamrecht-BV (Rechtbank Den Haag 20 december 2016, ECLI:NL:RBDHA:2016:15738)
In het kader van hun echtscheiding twisten M en V onder meer over de vraag of de ontslagvergoeding die M in 2007 heeft ondergebracht in een eigen stamrecht-BV behoort tot het te verrekenen vermogen krachtens hun periodiek verrekenbeding. Uit de stamrechtovereenkomst blijkt dat de BV met ingang van een door M gewenste datum periodieke uitkeringen moet doen, met dien verstande dat deze niet later ingaan dan in het jaar dat M de leeftijd van 65 jaar bereikt.
De rechtbank is van oordeel dat de aanspraken als privévermogen van M zijn aan te merken en geen deel uitmaken van het te verrekenen vermogen. Er heeft nog geen stamrechtuitkering plaatsgehad. Gezien de in de huwelijkse voorwaarden opgenomen bepaling over het begrip inkomen, namelijk besteedbaar inkomen, vallen deze aanspraken buiten de verrekening. Nu M en V het erover eens zijn dat de aandelen in de stamrecht-BV nauwelijks een waarde vertegenwoordigen, laat de rechtbank deze eveneens buiten de verrekening.