Naar de inhoud

Sign. - Opmaken huwelijkse voorwaarden staande huwelijk was paulianeus

M en V zijn in algehele gemeenschap van goederen gehuwd. In juli 2012 maken zij alsnog huwelijkse voorwaarden. Zeven maanden later wordt M failliet verklaard. Voor de rechtbank is in geschil of de curator de huwelijkse voorwaarden kan vernietigen op grond van artikel 42 Fw (actio pauliana). Volgens de curator zijn door de huwelijkse voorwaarden schuldeisers benadeeld omdat de helft van de overwaarde in de echtelijke woning buiten de boedel valt.
V voert aan dat sinds de afschaffing van artikel 1:119 BW (per 1 januari 2012) het niet meer mogelijk is dat huwelijkse voorwaarden worden vernietigd, nu het aan de notaris is om te oordelen of sprake is van benadeling van schuldeisers. De rechtbank verwerpt dit betoog. Weliswaar is sinds 1 januari 2012 de rechterlijke toets of er sprake is van benadeling van schuldeisers door de notaris overgenomen, maar dit laat onverlet dat een rechterlijke toets achteraf nog altijd kan plaatsvinden, ook waar het gaat om staande het huwelijk maken of wijzigen van huwelijkse voorwaarden. Een curator of een schuldeiser moet immers de mogelijkheid hebben om zich op de pauliana te beroepen.
De rechtbank is van oordeel dat de gezamenlijke schuldeisers van M zijn benadeeld in hun verhaalsmogelijkheden. De echtelijke woning is door het aangaan van de huwelijkse voorwaarden slechts voor de helft uitwinbaar. Daarmee is dus de helft van de overwaarde in de woning buiten werking van het faillissement van M komen te vallen. Als M en V geen huwelijkse voorwaarden hadden laten opmaken, was dit niet het geval geweest en hadden de schuldeisers zich (in beginsel) kunnen verhalen op de totale overwaarde in de woning. De verwijzing van V…