Naar de inhoud

Sign. - Rechtsbijstandverzekeraar dient aansprakelijkstelling scherp te onderzoeken

X laat in 1998 een tropische vlinderkas tekenen door een architect en bouwen door een aannemer. De vlinderkas ondervindt technische problemen. X stelt de architect aansprakelijk via zijn rechtsbijstandverzekeraar DAS. Daarop worden enkele kleine aanpassingen aan de kas verricht, doch met onvoldoende resultaat. In maart 2000 verzoekt X daarop wederom rechtshulp van DAS. X stuurt een aantal brieven met een lijst van problemen en wie hiermee te maken hebben, waaronder de aannemer en de architect. Op 6 april 2000 stelt DAS de aannemer aansprakelijk. Eind 2001 laat DAS een onderzoek instellen naar de door X gemelde gebreken aan de vlinderkas. Daaruit blijkt dat de aannemer en de architect tekort zijn geschoten. In april 2002 stelt DAS de architect aansprakelijk.
De Raad van Arbitrage stelt dat zowel de architect als de aannemer aansprakelijk is voor een aantal gebreken aan de vlinderkas, maar dat de klachten van X niet kunnen slagen, omdat X niet binnen bekwame tijd heeft geklaagd (artikel 6:89 BW). X stelt daarop DAS aansprakelijk.
Volgens het hof bestond er voor DAS reeds in maart 2000 voldoende aanleiding om een onderzoek in te stellen naar de vraag wie mogelijk aansprakelijk was voor de gebreken. Het hof verwijst naar de brieven van X. Al op 4 maart 2000 opperde X de mogelijkheid om de architect aansprakelijk te stellen. Nog duidelijker is de brief van 16 maart 2000, waarin X aangeeft dat er mogelijk meerdere personen aansprakelijk zijn voor de gebreken aan de vlinderkas, waarbij zij expliciet de architect noemt. In haar brief van 19 maart 2000 noemt X als mogelijke oorzaak van de problemen de aanwezigheid van koudebruggen, hetgeen klaarblijkelijk…