Sign. - Vaststelling prijs
Appellanten betogen dat het door de rechtbank in eerste aanleg bevolen deskundigenrapport niet kan dienen als grondslag voor het vaststellen van de prijs van de over te dragen aandelen en hebben daartoe in hoger beroep een eigen (partij) deskundigenrapport in het geding gebracht. De bezwaren van appellanten tegen het rechterlijke deskundigenrapport met betrekking tot de door de door de rechtbank benoemde deskundige gehanteerde indicatoren bèta levered en bèta unlevered, de berekening van de taxshield op het bij de bepaling van de weighted average cost of capital gebruikte effectieve belasting tarief en de keuze van de deskundige om de ontwikkeling van het werkkapitaal te koppelen aan de omzetontwikkeling worden afgewezen. De stelling van appellanten dat "het beeld van de omzetontwikkeling dient te worden aangepast" wordt ook afgewezen nu het door hen ingebrachte rapport ten onrechte gebruik heeft gemaakt van de feitelijk gerealiseerde orders in 2009, hetgeen niet strookt met de peildatum van 31 augustus 2008. Voorts heeft de deskundige wat betreft de marktverwachtingen op of rond de waarderingsdatum terecht gebruikgemaakt van een rapport van het Economisch Instituut voor de Bouwnijverheid. Dit rapport is afkomstig van een deskundig instituut, heeft betrekking op de desbetreffende branche en dateert van een relevant tijdstip gelet op de peildatum van de waardering. Volgens appellanten heeft de deskundige voorts een onjuist percentage als kleinschaligheidstoeslag gehanteerd. De vennootschap zou in een subcategorie van kleine ondernemingen vallen waarvoor een hogere kleinschaligheidstoeslag zou moet worden gehanteerd. De Ondernemingskamer gelast op dit punt een deskundigenbericht dat ertoe strekt om van de deskundige een nader oordeel te verkrijgen over de toe te passen kleinschaligheidspremie. (Hof Amsterdam (OK) 21 februari 2012, ARO 2012/35, Austria Deuren BV)