Sign. - Wanbeleid Königsberg
Het onjuiste beleid van Königsberg BV ten aanzien van haar dochter Schidorf Königsberg gmbH (Schidorf ) levert naar het oordeel van de Ondernemingskamer wanbeleid op. Rohn Holding BV heeft steeds (mede) de hand gehad in de transacties met betrekking tot Schidorf. Zij was de enige bestuurder van Königsberg, die op haar beurt enig bestuurder van Schidorf was, en zij hield zich ook bezig met de dagelijkse gang van zaken. Naar het oordeel van de Ondernemingskamer is Rohn Holding dan ook verantwoordelijk voor het geconstateerde wanbeleid. De ondernemingskamer ontslaat op de voet van art. 2:356 BW Rohn Holding als bestuurder en benoemt een tijdelijk bestuurder die in het bijzonder zal dienen te onderzoeken in hoeverre en op welke wijze de gevolgen van het wanbeleid ongedaan gemaakt kunnen worden. De tijdelijk bestuurder moet ook onderzoeken of het wenselijk is de vennootschap te ontbinden. De tijdelijk bestuurder is eveneens aandeelhouder ten titel van beheer ten aanzien van telkens één aandeel van een aandeelhouder. Nu gebleken is dat Rohn Holding verantwoordelijk is voor het geconstateerde wanbeleid, wordt Rohn Holding, alsmede – op de voet van art. 2:11 BW – natuurlijk persoon Rohn, veroordeeld tot de betaling van de facturen van de onderzoeker. De kosten van de door de Ondernemingskamer benoemde bestuurder en de kosten van een notaris voor het bijhouden en notuleren van een ava kunnen niet worden aangemerkt als kosten van het onderzoek in de zin van art. 2:354 BW. Josephus Jitta vraagt zich in zijn noot onder andere af of de keuze Rohn Holding als medebeleidsbepaler op grond van art. 2:11 BW aansprakelijk te houden voor de betaling…