Successiewet 1956 vanaf 2010 Art. 25
Indien twee partners ter zake van hetzelfde sterfgeval een erfrechtelijke verkrijging ontvangen, worden deze krachtens art. 25 voor de berekening van de erfbelasting bij elkaar gevoegd. Zou deze bepaling niet in de wet zijn opgenomen, dan kan de progressie in het tarief voor de erfbelasting worden gedrukt, doordat de erflater zijn erfrechtelijke making over beide partners splitst. Bovendien zou twee keer gebruik kunnen worden gemaakt van een vrijstelling. Art. 25 werpt hiertegen een dam op.
Per 1 januari 2010 is art. 25 redactioneel aangepast en van toepassing in alle gevallen waarin de verkrijgers als 'partner' kwalificeren voor de Successiewet. Door de gewijzigde definitie van het begrip 'partner' in art. 1a is de werkingssfeer iets ruimer geworden.
Wanneer art. 25 van toepassing is, wordt de erfbelasting berekend alsof is verkregen door de partner die het meest verwant is met de erflater (indien de verwantschap verschilt).
-
1. Algemeen
-
2. Parlementaire geschiedenis
-
3. Verkrijging door partners
-
4. De bepaling geldt niet bij 'scheiding van tafel en bed'
-
5. Invloed indiening verzoek tot echtscheiding/scheiding tafel en bed
-
6. Géén discriminatie ten opzichte van ongehuwde samenwoners
-
7. Huwelijksvermogensregime niet relevant
-
8. Ook art. 25 als wordt verkregen op grond van de wet
-
9. Huwelijk ontbonden door overlijden
-
10. Samentelling verkrijgingen
-
11. Ondanks samentelling, toch twee aanslagen erfbelasting
-
12. Fictieve verkrijgingen
-
13. Géén invloed op vruchtgebruikwaardering
Indien twee partners ter zake van hetzelfde sterfgeval een erfrechtelijke verkrijging ontvangen, worden deze krachtens art. 25 voor de berekening van de erfbelasting bij elkaar gevoegd. Zou deze bepaling niet in de…