Naar de inhoud

Suppletieaangifte is bezwaarschrift tegen eerdere aangifte

Samenvatting

Belanghebbende doet suppletieaangifte. De reden is geheel gelegen in de aan belanghebbende in rekening gebrachte omzetbelasting. Het bedrag was tevens opgenomen in de aangiftes over de onderhavige tijdvakken. In geschil is of de suppletieaangifte gezien moet worden als een bezwaarschrift tegen de oorspronkelijke aangifte omzetbelasting. Rechtbank Breda beantwoordt deze vraag bevestigend. Het wettelijke systeem voorziet niet in het doen van een suppletieaangifte. Nu belanghebbende voornoemde omzetbelasting reeds terug heeft gevraagd en de inspecteur dit verzoek reeds heeft beoordeeld, is de suppletieaangifte een bezwaarschrift tegen de eigen aangiftes. Het bezwaar is echter onverschoonbaar te laat ingediend en daarom niet-ontvankelijk, aldus de rechtbank.

(Beroep ongegrond.)

Commentaar

Ingevolge art. 14 Wet OB 1968 moet de in een tijdvak verschuldigde belasting op aangifte worden voldaan. Indien de voor aftrek in aanmerking komende belasting meer bedraagt dan de in het tijdvak verschuldigd geworden belasting, wordt het verschil aan de ondernemer op zijn verzoek terugbetaald (art. 17 Wet OB 1968). Blijkens art. 33 van deze wet (tekst tot en met 2009) geschiedt het verzoek om teruggaaf bij de aangifte over het tijdvak waarin het recht op teruggaaf is ontstaan. Er is dan sprake van een aangifte naar een negatief bedrag.

Belanghebbende deed voor de maanden augustus en september 2008 dergelijke aangiften, waarbij zij teruggaaf vroeg van in totaal € 955.286. Na een door de inspecteur ingesteld onderzoek weigerde deze de teruggaaf bij beschikking van 16 januari 2009.

Belanghebbende diende vervolgens op 24 december 2009 een suppletieaangifte in met een terug te vragen bedrag van € 955.286. Belanghebbende wilde hieraan een soort wettelijke status toegekend zien op grond…