Naar de inhoud

Theoretische omzetberekening kan stelling dat vereiste aangifte niet is gedaan, niet dragen

Samenvatting

Belanghebbende drijft in de vorm van een bv een horecagelegenheid. Bij deze bv is een boekenonderzoek ingesteld. De inspecteur heeft daarin administratieve gebreken, met name het ontbreken van primaire vastleggingen van de verkopen, geconstateerd en vervolgens een theoretische omzetberekening gemaakt. Vervolgens zijn aan belanghebbende navorderingsaanslagen IB/PVV over de jaren 2007 tot en met 2010 opgelegd, waarin de inspecteur de op basis van de theoretische omzetberekening gecorrigeerde winst heeft nagevorderd. In geschil is of deze belastingaanslagen terecht zijn vastgesteld met toepassing van de sanctie van omkering en verzwaring van de bewijslast. De rechtbank is van oordeel dat eerst aan de hand van de normale regels van stelplicht en bewijslast moet worden beoordeeld of sprake is van gebreken die ertoe leiden dat de volgens de aangifte verschuldigde belasting verhoudingsgewijs aanzienlijk lager is dan de werkelijk verschuldigde belasting. Eerst moet de inspecteur bewijzen dat de vereiste aangifte niet is gedaan. De enkele verwijzing naar de theoretische omzetberekening is daarvoor onvoldoende, nu die theoretische omzetberekening niet is gestaafd door feiten die tot bewijs kunnen dienen. De rechtbank staat de omkering en verzwaring van de bewijslast niet toe. Nu de inspecteur evenmin slaagt in zijn bewijs dat de door de bv aangegeven winst te laag is en de bv hiermee een verkapte winstuitdeling aan belanghebbende heeft gedaan, vernietigt de rechtbank de navorderingsaanslagen.

(Beroep gegrond.)

Commentaar

Zie mijn commentaar elders in deze editie van NTFR bij Rechtbank Noord-Nederland 24 februari 2015, nr. 13/3639, NTFR 2015/1561.

1) mr. J. Kastelein, Mr. J. Kastelein is werkzaam bij Meijburg & Co.