Naar de inhoud

Uitleg van een erfdienstbaarheid tot doorvaart

Samenvatting

In verband met de vrije doorvaart naar een haventje zijn twee erfdienstbaarheden gevestigd. Het betreft een erfdienstbaarheid van doorvaart en een erfdienstbaarheid tot het niet-bouwen. De belangrijkste vraag die rijst is of de erfdienstbaarheid tot doorvaart impliceert dat de doorvaart ook laverend met een zeilboot moet kunnen plaatsvinden.

Tekst

De feiten

De feitelijke situatie in deze casus lag eenvoudig. Ten behoeve van de doorvaart naar en van het Pikmeer enerzijds en van en naar een aantal woningen waaronder die van partijen anderzijds zijn twee erfdienstbaarheden gevestigd. Eén erfdienstbaarheid geeft recht om te komen en te gaan van het haventje bij de woningen van - onder meer - partijen naar het Pikmeer en de andere erfdienstbaarheid strekt ertoe dat er in het water bij de betrokken woningen verder niet gebouwd mag worden. Tussen de betrokken partijen is niet in geschil dat alle aanwonenden van het haventje, waaronder de betrokken partijen, recht hebben op de vrije doorvaart van en naar het Pikmeer.

De rechtsvraag

In de kern komt het in deze neer op de rechtsvraag of de erfdienstbaarheid tot doorvaart van en naar het haventje respectievelijk het Pikmeer impliceert dat deze doorvaart ook laverend met een zeilboot moet kunnen plaatsvinden en hoe in deze de erfdienstbaarheid strekkende tot het niet-aanbrengen van bouwwerken in het water bij het haventje verstaan moet worden.

Overwegingen van het hof

Ter zake van de beantwoording van de rechtsvraag overweegt het hof onder meer:

“Ingevolge art. 5:73 BW wordt de inhoud en de wijze van uitoefening van de erfdienstbaarheid bepaald door de akte van vestiging en, indien de inhoud en de wijze van uitoefening niet uit de akte van vestiging kunnen worden…