Naar de inhoud

Verblijfsvergunning asiel onbepaalde tijd: onderzoeksplicht. Aanleiding taal-analyse

Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State

11 maart 2008, nr. 200707187/1, LJN BC7135

(mr. Lubberdink, Troostwijk, Roemers)

Aanvraag, verblijfsvergunning asiel onbepaalde tijd, onderzoeksplicht, aanleiding taalanalyse, motivering.

[ Vw 2000 art. 32, 34]

Als gevolg van het indienen van de aanvraag dient de minister, gelet op art. 34, gelezen in verbinding met art. 32, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vw 2000, te onderzoeken of de vreemdeling aan de voorwaarden voor verlening van een verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde tijd voldoet. De minister was derhalve niet gehouden te motiveren wat de aanleiding voor het laten verrichten van een taalanalyse was. Uit het daarvan opgemaakte proces-verbaal valt niet af te leiden dat, zoals de vreemdeling in het verweerschrift stelt, de staatssecretaris ter zitting van de rechtbank een andersluidend standpunt heeft ingenomen. Dat betekent dat de rechtbank ten onrechte heeft overwogen dat de minister in het besluit van 28 september 2006 onvoldoende heeft gemotiveerd waarom hij de taalanalyse heeft laten verrichten.

De staatssecretaris van Justitie,

appellant,

tegen de uitspraak in zaak nr. 06/52348 van de rechtbank 's-Gravenhage, nevenzittingsplaats Utrecht, van 6 september 2007 in het geding tussen:

A.,

de vreemdeling,

en

appellant.

1. Procesverloop

Bij besluit van 28 september 2006 heeft de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie (hierna: de minister) een aanvraag van [de vreemdeling] (hierna: de vreemdeling) om hem een verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde tijd te verlenen afgewezen alsmede de aan de vreemdeling verleende verblijfsvergunning asiel voor bepaalde…