Naar de inhoud

Verduistering gelden van werkgever wordt belast als row

Samenvatting

Belanghebbende was werkzaam als statutair bestuurder van X bv. In 2005 en 2006 heeft hij gelden van X bv verduisterd. Belanghebbende is veroordeeld tot terugbetaling van € 1,8 miljoen aan X bv. De inspecteur heeft de aangifte 2005 gecorrigeerd met € 1.000.000 en de aangifte 2006 met € 800.000 ter zake van row als bedoeld in art. 3.90 Wet IB 2001, zulks naar het oordeel van het hof terecht. Belanghebbende heeft gesteld dat hij de gelden heeft geleend en dat er een leningsovereenkomst is opgemaakt, maar daaraan kan volgens het hof geen reële betekenis worden toegekend.

(Hoger beroep gegrond.)

Commentaar

Onder verwijzing naar HR 24 juni 1992, nr. 28.156, BNB 1993/19, dat een vergelijkbaar geval betrof en gewezen is onder het toenmalige art. 22, lid 1, onderdeel b, Wet IB 1964, concluderen rechtbank en hof dat de inspecteur de verduisterde € 1.800.000 terecht als belastbaar row heeft aangemerkt. HR BNB 1993/19 is bij de parlementaire behandeling van het wetsvoorstel IW IB 2001 specifiek aan de orde geweest en daarbij is toen opgemerkt dat dit arrest zijn belang blijft behouden, met dien verstande dat vanaf 2001 sprake is van belastbaar row (Kamerstukken II, 1999-2000, 26 728, nr. 6, p. 62). Belanghebbende stelde terecht dat zijn (civiele) verplichting tot terugbetaling aan X bv in mindering moet komen op zijn belastbaar inkomen. De vraag is echter voor welk bedrag. Het hof oordeelt dat hier (inderdaad) sprake is van een reeds…