Naar de inhoud

Vermogensklem bij omzetting van stichtingen (Optas-arrest)

Samenvatting

Het vermogen van een stichting wordt beschermd indien een stichting van rechtsvorm wordt gewijzigd op grond van artikel 2:18 BW. De Hoge Raad heeft in Optas Pensioenen (HR 21 januari 2011, NJ 2011, 352, m.nt. P. van Schilfgaarde en H. Beckman) geoordeeld dat de in artikel 2:18, lid 6 BW voorgeschreven wettelijke beklemming niet rust op alle (individuele) activa en passiva van de van rechtsvorm gewijzigde stichting. Het beklemde vermogen bestaat uit het saldo van alle vermogensbestanddelen op het moment van rechtsvormwijziging. Dit saldo kan blijken uit een op te stellen balans of andere financiële verantwoording ten tijde van de rechtsvormwijziging.

Tekst

Stichting is een bijzondere rechtsvorm

Een privaatrechtelijke rechtspersoon heeft naar Nederlands recht de mogelijkheid de rechtsvorm te wijzigen mits met inachtneming van de bepalingen van artikelen 2:18, 71, 72, 181 en 183 BW. Het Burgerlijk Wetboek biedt onder meer de mogelijkheid een stichting van rechtsvorm te wijzigen in een andere privaatrechtelijke rechtspersoon op grond van artikel 2:18 BW. Wel is een speciale voorziening opgenomen om het vermogen van een stichting bij een dergelijke herstructurering te beschermen. Het vermogen van een stichting verdient bijzondere bescherming vanwege het feit dat dit vermogen in de regel op een andere wijze tot stand wordt gebracht dan bij andersoortige privaatrechtelijke rechtspersonen. Bij een vereniging, coöperatie en onderlinge waarborgmaatschappij zijn het de leden die het vermogen van de rechtspersoon bijeenbrengen. Bij een kapitaalvennootschap storten de aandeelhouders hun aandelen vol en kunnen zij additioneel vermogen inbrengen. Het vermogen van de stichting is in de regel van derden afkomstig, relatieve buitenstaanders, die geen…