Verrekening van te veel betaalde kosten van de huishouding
HR 15 september 2006, RvdW 2006, 854
Het komt bij echtgenoten wel voor dat de ene echtgenoot iets betaalt wat de andere echtgenoot had moeten betalen. Dergelijke betalingen zijn vooral van belang als de echtgenoten buiten gemeenschap van goederen zijn getrouwd. Indien bij die betaling niet sprake is van een gift of van de voldoening aan een natuurlijke verbintenis, ontstaat in beginsel een vergoedingsrecht. De echtgenoot die uit zijn vermogen de schuld van de andere echtgenoot heeft voldaan, heeft recht op vergoeding van dit bedrag door de andere echtgenoot. Zo kan een vergoedingsrecht ontstaan indien de ene echtgenoot een deel van de koopsom betaalt van de woning die door de andere echtgenoot is aangekocht. Ik laat deze problematiek hier buiten beschouwing.
Vergoedingsrechten kunnen ook ontstaan bij de betaling van de kosten van de huishouding. In de huwelijkse voorwaarden spreken de echtgenoten altijd af wat ieder dient bij te dragen in de kosten van de huishouding. Zo komt, als de echtgenoten buiten iedere gemeenschap van goederen zijn getrouwd (alleen dan is de vraag wie aan de kosten van de huishouding moet bijdragen echt interessant), vaak de afspraak voor dat de kosten van de huishouding betaald moeten worden door de echtgenoten naar evenredigheid van ieders inkomen. Hebben man en vrouw ieder een inkomen van 50 en bedragen de kosten van de huishouding 40, dan moeten man en vrouw ieder de helft van die kosten of 20 betalen. Heeft de vrouw die kosten volledig uit haar inkomen betaald, dan heeft zij in beginsel een vordering van 20 op de man.
Soms komt in de huwelijkse voorwaarden ook een zogenoemd nihilbeding voor. In dat geval is bepaald dat…