Verschoonbare termijnoverschrijding nu aannemelijk is dat beschikking niet is ontvangen
Samenvatting
Belanghebbende heeft meer dan zes weken na de dagtekening van de WOZ-beschikking bezwaar gemaakt, omdat, zo stelt hij, hij de beschikking niet heeft ontvangen. Evenals Rechtbank Utrecht acht het hof aannemelijk dat de heffingsambtenaar de beschikking, voorzien van de juiste tenaamstelling en adressering, vóór de daarop aangegeven dagtekening voor verzending heeft aangeboden aan TNT Post. De beschikking is dus op de voorgeschreven wijze bekendgemaakt. Het in de uitspraak van de rechtbank besloten liggende oordeel dat de enkele stelling van belanghebbende dat hij de beschikking nooit heeft ontvangen, niet kan leiden tot het verschoonbaar achten van de termijnoverschrijding vindt geen steun in het recht. Zo’n stelling moet worden beoordeeld op haar aannemelijkheid en kan dan wel degelijk een verschoonbare termijnoverschrijding opleveren. Anders dan de rechtbank acht het hof het niet bij voorbaat onaannemelijk dat de beschikking belanghebbende niet heeft bereikt. Het risico van niet-ontvangst ten gevolge van het zoekraken of een verstoring in de verzending/bezorging mag niet ten laste van belanghebbende worden gebracht. Immers, de heffingsambtenaar had de beschikking ook aangetekend kunnen versturen. Nu belanghebbende aanstonds na het ontvangen van de betalingsherinnering contact heeft opgenomen met de heffingsambtenaar, is belanghebbende ter zake van de te late indiening van het bezwaar niet in verzuim geweest. Het hof voorziet vervolgens zelf in de zaak en kent de reis- en verletkosten in verband met bezichtiging van tweede woning en referentieobjecten toe.
(Hoger beroep gegrond.)
Commentaar
Het bezwaar tegen de WOZ-beschikking is wegens termijnoverschrijding niet-ontvankelijk verklaard en de WOZ-waarde is nadien ambtshalve verminderd. In hoger beroep klaagt de belanghebbende uitsluitend over de niet…