Naar de inhoud

Voorbehoud stille reserve en heffing overdrachtsbelasting

Wet BRV

De Hoge Raad heeft op 9 oktober jl. arrest gewezen in de volgende zaak. In 2003 wordt een commanditaire vennootschap opgericht met als beherend vennoot, B bv en als commandieten de (minderjarige kinderen) X c.s. De commandieten zijn in de cv (gezamenlijk) gerechtigd tot 90% en B bv tot de resterende 10%. In het kader van haar inbrengverplichting brengt B bv de economische eigendom in van een aan haar toebehorende woonboulevard, onder voorbehoud van de stille reserves in deze onroerende zaak. De waarde in het economische verkeer van het object bedroeg circa € 15,5 mln. De boekwaarde bedroeg circa € 4,5 miljoen, zodat de stille reserve € 11 miljoen bedroeg.

In verband met deze feiten hebben X c.s. aangifte gedaan voor de heffing van

Overdrachtsbelasting, waarbij de waarde van de verkrijging is gesteld op 90% van € 4,5 miljoen.

De inspecteur heeft aan X c.s. vervolgens een naheffingsaanslag overdrachtsbelasting

opgelegd over 90% van het verschil tussen de werkelijke waarde en de boekwaarde van de ingebrachte onroerende zaak.

Het hof heeft de opgelegde naheffingsaanslag vernietigd.

Het hof acht het niet in overeenstemming met doel en strekking van de Wet belastingen van rechtsverkeer om bij de verkrijging van een beperkt gedeelte van de economische eigendom uit te gaan van de volle waarde in het economische verkeer van de onroerende zaak zelf. Het hof zoekt aansluiting bij de waarde van de tegenprestatie in het economische verkeer, te weten 90 percent van € 4.5 miljoen. Het hof ziet dan ook geen reden voor het opleggen van een…