Naar de inhoud

Waarde bouwtitel is opgegaan in waarde grond

Samenvatting

Belanghebbende heeft een koopovereenkomst gesloten met betrekking tot een perceel grond van 415 m². De koopsom is € 660.000 verminderd met onder meer de kosten voor het verkrijgen van een bestemmingswijziging. Belanghebbende koopt twee weken later een bouwtitel voor € 178.533,32. Deze bouwtitel is nodig om een bestemmingswijziging te krijgen. Na het verkrijgen van de bouwtitel heeft de gemeente de bestemming van het perceel gewijzigd in een woonbestemming. In 2010 wordt het perceel geleverd voor € 660.000 verminderd met € 209.807,71 aan kosten. In geschil is over welk bedrag overdrachtsbelasting verschuldigd is. De rechtbank oordeelt dat pas op het moment van het passeren van de akte sprake is van een verkrijging en dat geen sprake is van een eerdere verkrijging van het economische eigendom. Tussen partijen is niet in geschil dat de waarde van het perceel dan € 660.000 is. Over dat bedrag moet dan ook de heffing van overdrachtsbelasting plaatsvinden. Aan de bouwtitel kan geen aparte waarde meer worden toegekend. De waarde daarvan is opgegaan in de waarde van het perceel, aldus de rechtbank. Voorts is er geen sprake van aanbrenging van zaken in de zin van art. 15, lid 1, onderdeel i, Wet BRV.

(Beroep ongegrond.)

Commentaar

Het geschil in deze zaak draait om de hoogte van de maatstaf van heffing ter zake van de verkrijging van een perceel grond. De hoofdregel is dat overdrachtsbelasting is verschuldigd over de waarde van de onroerende zaak – of het recht waaraan deze is onderworpen – waarop de verkrijging betrekking heeft. Art. 52 Wet BRV bepaalt dat onder…