Waardevermindering van een bijna nieuwe auto met schade is gelijk aan het getaxeerde schadebedrag

Samenvatting

Belanghebbende heeft een personenauto met schade ingevoerd in Nederland. Voor de berekening van de vermindering van de BPM heeft hij gebruik gemaakt van de koerslijstwaarde van AutoTelex Pro van € 31.873 en daarop een bedrag van € 20.825 aan schade in mindering gebracht. Ter zake daarvan wordt aan hem een naheffingsaanslag opgelegd. Belanghebbende voert diverse grieven aan. De rechtbank is van oordeel dat de stelling dat de naheffingsaanslag moet worden vernietigd omdat deze is opgelegd naar aanleiding van een volledige taxatie en niet van een schouw, geen steun vindt in het recht. Ook is de naheffingsaanslag tijdig opgelegd en is het zorgvuldigheidsbeginsel noch het vertrouwensbeginsel geschonden. Verder verwerpt de rechtbank de stelling dat art. 8, lid 8, Uitv.reg. BPM in strijd is met de wet omdat in de wet slechts is bepaald dat een termijn kan worden gesteld waarbinnen het motorrijtuig in ongewijzigde staat beschikbaar moet worden gehouden terwijl art. 8, lid 8, Uitv.reg. BPM bepaalt dat de auto op een bepaalde plaats moet worden getoond. Genoemd artikel komt evenmin in strijd met art. 28 en art. 110 VWEU. Belanghebbende stelt dat het in strijd zou zijn met het evenredigheidsbeginsel dat de personenauto in Soesterberg aan de inspecteur getoond moest worden. Een wanverhouding tussen de nadelige gevolgen van de oproep naar Soesterberg te komen en het doel dat daarmee is gediend, acht de rechtbank echter niet aannemelijk gemaakt, zodat ook die grief van belanghebbende faalt. In de omstandigheid dat de inspecteur de btw op de herstelkosten ten onrechte buiten beschouwing heeft gelaten en de door hem gehanteerde uurloon en kortingen op de materiaalkosten…