Wel procesbelang, ook al kunnen aangevoerde gronden niet tot verlaging aanslag leiden
Samenvatting
De inspecteur is bij het opleggen van de aanslag afgeweken van de aangifte van belanghebbende. Belanghebbende heeft vervolgens een tweede aangifte ingediend, welke aangifte door de inspecteur als een bezwaarschrift tegen de aanslag wordt aangemerkt. De in de tweede aangifte opgenomen gegevens leiden tot een hogere aanslag dan de inspecteur heeft opgelegd. De rechtbank heeft het beroep niet-ontvankelijk verklaard wegens het ontbreken van een procesbelang. Volgens het hof is dat niet juist. De aanslag is opgelegd naar een positief bedrag. Het aanwenden van een rechtsmiddel tegen deze aanslag kan op zich leiden tot een vermindering. De door belanghebbende in het onderhavige geval in het bezwaarschrift aangedragen gronden van bezwaar kunnen weliswaar niet tot een voor belanghebbende meer gunstige beslissing leiden – zij leiden bij het in aanmerking nemen daarvan immers tot een hogere aanslag – maar door belanghebbende nader aan te voeren gronden ten aanzien van het belastbaar inkomen en/of het bedrag van de ingehouden loonheffing kunnen op zich in het onderhavige geval in elke fase van het geding leiden tot een vermindering van de aanslag. Op grond van HR 11 april 2014, nr. 13/01903, NTFR 2014/1259, moet geoordeeld worden dat belanghebbende belang heeft bij het ingediende bezwaar. Belanghebbende heeft geen nadere gronden aangevoerd die tot een verlaging van de aanslag kunnen leiden. Het bezwaar is derhalve terecht ongegrond verklaard.
(Hoger beroep gegrond.)
Commentaar
In deze casus heeft de rechtbank belanghebbende niet-ontvankelijk verklaard vanwege het ontbreken van een procesbelang. Niet-ontvankelijkheid betekent dat de rechter niet in de beoordeling van het geschil treedt. Er wordt dan niet toegekomen aan een inhoudelijke beoordeling van…