Naar de inhoud

Winstsplitsing bij fiscale eenheid vennootschapsbelasting

Onlangs heeft de Hoge Raad een interessant arrest gewezen over de verrekening van vóór de voeging van een fiscale eenheid geleden verliezen. Hieruit blijkt dat doel en strekking van de wet kunnen meebrengen dat de winstsplitsingsregels van toepassing zijn, ook al valt de situatie niet onder de letterlijke tekst van de wet.

Verliesverrekening fiscale eenheid

Als vennootschappen in een fiscale eenheid worden gevoegd, worden de resultaten van deze vennootschappen voor de belastingheffing samengeteld. Verliezen van een van de gevoegde vennootschappen kunnen bij het bepalen van het resultaat van de fiscale eenheid (horizontaal) worden verrekend met winsten van een andere gevoegde vennootschap. Leidt het gezamenlijke resultaat van de fiscale eenheid tot een verlies, dan kan dit verlies worden verrekend met winsten van de fiscale eenheid in het voorafgaande jaar en/of de volgende negen jaren.

Winstsplitsing

De wetgever wilde echter de verrekening van verliezen niet zover laten gaan dat door het aangaan van een fiscale eenheid ruimere mogelijkheden tot (verticale) verliesverrekening ontstaan dan zonder fiscale eenheid het geval zou zijn. Hiertoe heeft de wetgever winstsplitsing voorgeschreven: de resultaten van de gevoegde vennootschappen moeten worden berekend ‘als ware de vennootschap zelfstandig belastingplichtig’ (art. 15ae t/m 15ah wet vpb 1969) .

Verrekening voorvoegingsverliezen

Dochter-bv heeft bij de verkoop van een pand een herinvesteringsreserve (HIR) gevormd. Vervolgens koopt moeder-bv alle aandelen in dochter-bv, waarna een fiscale eenheid Vpb wordt aangegaan. Moeder-bv beschikt op dat moment over compensabele verliezen (voorvoegingsverliezen). Moeder-bv koopt daarna een pand en brengt de HIR in mindering op de aanschaffingskosten.

Moeder-bv heeft de HIR van…