AI-geletterdheid: de nieuwe beroepsvereiste voor juristen
AI-geletterdheid: de nieuwe beroepsvereiste voor juristen Er stromen momenteel miljoenen aan investeringen naar Legal AI-startups. Ook Nederlandse techbedrijven bouwen aan betere chatbots en slimmere analysetools. De belofte is helder: met AI wordt juridisch werk sneller en efficiënter. Maar veel juristen gebruiken AI zonder écht te begrijpen wat er ‘onder de motorkap’ gebeurt. Alsof je een auto bestuurt zonder te weten waar de rem zit: het gaat goed, totdat het niet meer goed gaat.
Waarom ‘snel en efficiënt’ niet meer genoeg is
Waar AI een paar jaar geleden nog werd gezien als speeltje voor early adopters, omarmen kantoren nu massaal het potentieel. Een contractanalyse die dagen duurde, is nu in uren klaar. Jurisprudentieonderzoek dat een junior een week kostte, kan AI in minuten uitvoeren. AI leest sneller, mist geen details en wordt nooit moe. Dat is efficiënt.
Maar snelheid is niet genoeg. Door AI verschuift de meerwaarde van juristen van research en productie naar interpretatie, toezicht en strategie. Het gaat erom wat de informatie betekent in de context van de cliënt én of de AI-output wel klopt. Dat laatste kun je alleen beoordelen wanneer je begrijpt hoe AI-systemen werken en waar ze de fout in kunnen gaan.
Door de AI Act is onwetendheid geen optie meer
Die verschuiving vraagt om een nieuwe kerncompetentie: AI-geletterdheid. En sinds 2 februari 2025 is dat geen vrijblijvende keuze meer. De Europese AI Act (Verordening 2024/1689) stelt dat organisaties moeten zorgen dat medewerkers die AI gebruiken AI-geletterd zijn. Dus óók juridische professionals. Dit raakt direct aan de zorgplicht en beroepsethiek van juristen: wie AI niet begrijpt, kan niet verantwoord handelen. Een risico voor het kantoor en de jurist in kwestie.
De grootste bedreiging: fouten die je niet meer herkent
Generatieve AI-tools produceren overtuigend klinkende teksten, compleet met verwijzingen naar jurisprudentie die niet bestaat. Ze slaan vertrouwelijke informatie op zonder dat je het doorhebt. Veel juristen gebruiken dit soort tools zonder echt te begrijpen wat ze aan het doen zijn.
Wanneer gebruik je welke tool? Hoe toets je de output? Wat gebeurt er als het model getraind is op verouderde data? Dit zijn geen IT-kwesties, maar kernvragen voor juristen die AI gebruiken.
Wat slimme juristen nu al doen
Er is ook goed nieuws. Juristen die AI slim inzetten, leveren niet alleen sneller maar ook beter werk. Ze laten AI het graafwerk doen en houden de interpretatie in eigen hand. Ze stellen leveranciers van AI-tools lastige vragen en accepteren geen vage antwoorden. Ze weten welke tools geschikt zijn voor welke taken en bouwen menselijke controle in bij iedere stap. En vooral: ze blijven investeren in hun begrip van hoe deze systemen werken.
De kortste route naar succes? Begrijpen waar je mee werkt
De eerste investering in AI-geletterdheid voelt misschien als een omweg, maar bepaalt straks je concurrentiepositie. Iedereen heeft immers toegang tot dezelfde AI-tools. Je onderscheidend vermogen wordt bepaald door hoe goed jij begrijpt wanneer je ze wel of niet moet vertrouwen. De juristen die dat nu al begrijpen, zijn de professionals die straks het verschil maken.
Over de auteur
Koen Aarns is AI Product Owner bij Lefebvre Sdu. Hij werkt continu aan het nog slimmer maken van GenIA-L: de betrouwbare AI-assistent voor juristen.