Naar de inhoud

1. Eigenrisicodragen WGA, 1.14. Inlooprisico (staartlasten)(Ziekte en re-integratie)

Deze paragraaf is bijgewerkt tot 25 januari 2016

Als men strikt naar de wet kijkt (art. 84, lid 1, WIA) dan volgt uit de zinsnede: ‘De eigenrisicodrager draagt vanaf het moment dat hij eigenrisicodrager wordt overeenkomstig artikel 82 het risico van de betaling van de WGA-uitkering aan de verzekerde die op de eerste dag van de bij die uitkering in acht genomen wachttijd tot hem in dienstbetrekking stond’, dat de werkgever bij het verlaten van het publieke bestel een zogeheten inlooprisico heeft. Eigenrisicodragers ‘nemen’ de volgende risico’s: de reeds lopende WGA-uitkeringen die nog geen tien jaar duren, toekomstige WGA-uitkeringen van de huidige zieken en toekomstige WGA-uitkeringen van (ex)werknemers die in het verleden de wachttijd hebben volgemaakt, minder dan 35% arbeidsongeschikt zijn maar die binnen vijf jaar door dezelfde oorzaak alsnog recht krijgen op een WGA-uitkering in verband met toegenomen arbeidsongeschiktheid. Vooral bij (ex)werknemers die inmiddels uit dienst zijn, gaat het om risico’s die nog wel eens over het hoofd worden gezien. Dat kan behoorlijke financiële consequenties hebben omdat deze (en de andere) inloopverplichtingen niet onder de dekking van de verzekering vallen. Wat overigens voor de uittredende werkgever inlooplasten zijn, zijn dat voor het publieke stelsel staartlasten.

Op systeemniveau beschouwd financiert het UWV de WGA-uitkeringen (zoals alle werknemersverzekeringen) op omslagbasis. Dat betekent dat er geen voorziening is voor toekomstige uitlooplasten cq. staartlasten. Zouden deze lasten wel publiek gefinancierd worden, dan zou dat via de omslagpremie moeten gebeuren. Dat is echter niet mogelijk omdat dit het stelsel destabiliseert. De omslagpremie…