1. Kring van verzekerden, werknemersbegrip en gelijkgestelden, 1.1. Kring van verzekerden(Arbeidsongeschiktheid)

Deze paragraaf is bijgewerkt tot 7 maart 2016

Verzekerd voor de Ziektewet, Werkloosheidswet en WIA is de werknemer (art. 20 ZW, art. 15 WW en art. 7 WIA). De kring van verzekerden voor de Werkloosheidswet is vrijwel gelijk aan die van de Ziektewet, hetgeen is vastgelegd in de gelijkluidende artikelen 3 tot en met 6. In de WIA wordt aansluiting gezocht bij het werknemersbegrip uit de Ziektewet, met uitzondering van enkele groepen zoals genoemd in art. 8 WIA.

De hoofdregel is neergelegd in art. 3 ZW en art. 3 WW: werknemer is de natuurlijke persoon die in privaatrechtelijke of publiekrechtelijke dienstbetrekking staat. Onder publiekrechtelijke dienstbetrekking wordt de arbeidsverhouding tussen de overheid en een ambtenaar verstaan (art. 1 Ambtenarenwet). Onder privaatrechtelijke dienstbetrekking wordt verstaan de dienstbetrekking zoals bepaald in art. 7:610 BW. De drie kenmerken van een privaatrechtelijke dienstbetrekking zijn (persoonlijke) arbeid, loon en gezag. Er is veel jurisprudentie over dit onderwerp gewezen, waarbij door de Centrale Raad van Beroep met name betekenis wordt gehecht aan de feitelijke omstandigheden. In de Beleidsregels beoordeling dienstbetrekking wordt een op de jurisprudentie gebaseerde opsomming gegeven van omstandigheden en feiten die kunnen leiden tot het bestaan van een gezagsverhouding. Art. 3 ZW kent sinds 1 januari 2016 (in tegenstelling tot art. 3 WW) niet langer het criterium dat de werknemer nog niet de pensioengerechtigde leeftijd mag hebben bereikt om als werknemer te worden aangemerkt. Met de invoering van de Wet werken na de AOW-gerechtigde leeftijd (Stb. 2015, 376) per 1 januari 2016 is een recht op ziekengeld mogelijk gemaakt voor werkende AOW-gerechtigden…