5. Instrumenten voor (gedeeltelijk) arbeidsongeschikten met een uitkering op grond van Ziektewet, WAO, WAZ, Wet WIA of Wet Wajong, 5.11. Startersaftrek voor arbeidsongeschikten(Werkloosheid)
Deze paragraaf is bijgewerkt tot 3 maart 2014
5.11.1. Inleiding
De startersaftrek voor arbeidsongeschikte startende ondernemers is te vinden in art. 3.78a Wet IB 2001. Dit instrument is afkomstig uit het Belastingplan 2007, en is op 1 januari 2007 in werking getreden.
Voor startende ondernemers kent de Wet IB verschillende fiscale faciliteiten, zoals een hogere zelfstandigenaftrek. Voorwaarde hiervoor is echter dat de starter voldoet aan het urencriterium. Hij moet ten minste 1.225 uur per jaar als ondernemer werkzaam zijn. Een arbeidsongeschikte starter kan vaak niet aan het urencriterium voldoen. Hierdoor zou hij de startersaftrek mis kunnen lopen. Om dit te voorkomen is in art. 3.78a Wet IB 2001 geregeld dat een arbeidsongeschikte startende ondernemer in aanmerking kan komen voor startersaftrek als hij voldoet aan een lager urencriterium, namelijk ten minste 800 uur per jaar werken als zelfstandige.
De startersaftrek kan maximaal drie maal in de eerste vijf jaar van het bestaan van de onderneming worden verkregen. De eerste keer bedraagt de aftrek € 12.000, de tweede keer € 8.000 en de derde keer € 4.000.
5.11.2. Welke personen kunnen voor de startersaftrek bij arbeidsongeschiktheid in aanmerking komen?
De startersaftrek bij arbeidsongeschiktheid wordt verleend aan een ondernemer die vanuit een arbeidsongeschiktheidsuitkering een onderneming start…