Aandeelhouders vormen samenwerkende groep: art. 43 en niet art. 56 EG van toepassing

Samenvatting

Eiseres is gevestigd op de Nederlandse Antillen. Zij bezit 45% van de aandelen in A bv, een in Nederland gevestigde vennootschap. De andere aandeelhouders in A bv zijn B bv en C bv. A is enig aandeelhouder van eiseres en is tevens president-commissaris van A bv. B is enig aandeelhouder van B bv en is directeur van A bv. C is enig aandeelhouder van C bv en is commissaris van A bv. In 2005 heeft A bv dividend aan eiseres beschikbaar gesteld en daarop dividendbelasting naar een tarief van 8,3% (art. 11, lid 3, derde volzin, BRK) ingehouden. In geschil is of de inhouding van dividendbelasting in strijd is met het EG-verdrag.

Volgens de rechtbank vormen eiseres, haar enig aandeelhouder A, met B bv, C bv en hun enig aandeelhouders B en C, een samenwerkende groep die de besluiten en de activiteiten van A bv volledig bepaalt. Dit brengt mee dat eiseres, B bv en C bv aan hun deelnemingen in A bv een controlerende invloed op A bv ontlenen. Nu in dit geval een ingezeten vennootschap dividenden heeft uitgekeerd aan aandeelhouders met een controlerende invloed, is uitsluitend de vrijheid van vestiging (art. 43 EG) en niet de vrijheid van kapitaalverkeer (art. 56 EG) van toepassing.

De Nederlandse Antillen zijn geen lidstaat in de zin van art. 43 EG. Art. 43 EG staat dan ook niet aan inhouding van dividendbelasting in de weg.

(Beroep ongegrond).