Art. - De o.a.f.g. via een simpele e-mail: HvJEU houdt vast aan Anic-vermoeden in Eturas
Op 21 januari van dit jaar beantwoorde het Hof van Justitie van de EU prejudiciële vragen over de reikwijdte van het begrip “onderling afgestemde feitelijke gedraging” in de context van online platforms1. Hoewel het online aspect een verbijzondering is ten opzichte van eerdere jurisprudentie, is het arrest uiteindelijk toch een tamelijk “klassieke” uitspraak, omdat die voortbouwt op vaste en vertrouwde rechtspraak en die nog eens bevestigt hoe laag de lat ligt voor betrokkenheid bij verboden collusie; een e-mailaccount blijkt een niet steeds ongevaarlijk bezit.
Na een kort overzicht van de feitelijke achtergrond vat ik de overwegingen van het Hof van Justitie samen en zal ik op drie punten commentaar geven: (i) hoe verhoudt het kartelverbod zich tot automatiseringssystemen die prijzen bepalen; (ii) hoe het “Anic-vermoeden” te doorbreken door al dan niet publiekelijk te distantiëren; en (iii) hoe dat doorbreken ook anders kan dan door distantiëring.
De feiten
De aanleiding voor de hier besproken uitspraak laat zich nauwkeurig dateren: 27 augustus 2009, om 12.20 uur. Op dat tijdstip stuurt de Litouwse onderneming Eturas in haar hoedanigheid van beheerder van het online (reis)boekingsplatform E-TURAS, een e-mailbericht aan de ca. 30 reisbureaus die van haar systeem gebruik maken met de header “Mededeling over de verlaging van de korting op reisboekingen via internet naar 0 à 3 %”. Zeker de mededingingsrechtelijk geschoolde lezer raakt dan geïnteresseerd naar de inhoud van het bericht, en niet ten onrechte:
„Gelet op de verklaringen, voorstellen en wensen van de reisbureaus met betrekking tot de toepassing van een kortingspercentage voor reisboekingen via…