Bedrijfsmiddelen
Of een goed kwalificeert als een 'bedrijfsmiddel' is voor een ondernemer om verschillende redenen van belang. Op bedrijfsmiddelen kan hij namelijk fiscaal afschrijven. Daarnaast kan een ondernemer alleen voor investeringen in bedrijfsmiddelen een beroep doen op de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek. Ook staat de vorming van een herinvesteringsreserve slechts open voor boekwinsten behaald op bedrijfsmiddelen.
De wet omschrijft bedrijfsmiddelen als 'goederen die voor het drijven van een onderneming worden gebruikt'. Kenmerk van een bedrijfsmiddel is dat het goed in meer dan één productieproces nutsprestaties levert. Een voorraad daarentegen levert zijn nutsprestaties ineens en wel bij verkoop.
Meer dan een productieproces
Bedrijfsmiddelen leveren hun nutsprestaties gedurende meerdere productieprocessen af. Op zich zelf bezien doet niet ter zake hoe lang de productieprocessen duren. Toch zien we in de rechtspraak dat een goed minimaal één jaar nutsprestaties moet leveren om als bedrijfsmiddel te kunnen kwalificeren. Zo kwalificeerde een toom kippen niet als een bedrijfsmiddel, omdat deze slechts gedurende tien maanden eieren produceerden (daarna verkocht de ondernemer de kippen als slachtvee). Planten of gewassen mag een ondernemer tot zijn bedrijfsmiddelen rekenen indien het tijdvak waarin de ondernemer van de planten of gewassen opbrengsten geniet zich over minimaal twee jaar uitstrekt.
Bedrijfsmiddel én voorraad
Goederen kunnen zowel kenmerken hebben van een bedrijfsmiddel als van voorraad. Dit zal zich met name voordoen bij onroerende zaken die de ondernemer primair heeft bedoeld voor de verkoop, maar in afwachting van verkoop verhuurt. De verhuur maakt dat de panden kwalificeren als bedrijfsmiddel. Op die panden kan de ondernemer fiscaal afschrijven. Verkoopt de ondernemer de panden met een boekwinst, dan is de vorming van een HIR echter niet mogelijk. Gelet op de 'overheersende…