Beschikking UWV, alternatief voor de VAR?
In 2002 is de Verklaring arbeidsrelatie (VAR) ingevoerd teneinde de opdrachtgevers te helpen het onderscheid te maken tussen de werknemer en de zelfstandige. Vanaf 2005 werd de VAR voor opdrachtgevers nog aantrekkelijker vanwege de vrijwaring voor opdrachtgevers die werd ingevoerd. Nu de VAR met ingang van 1 mei 2016 is komen te vervallen door de Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties, reageren (sommige) opdrachtgevers uitermate voorzichtig. Is dat wel nodig? En zijn er oplossingen?
De VAR gaf, onder voorwaarden, (sinds 2005) opdrachtgeversvrijwaring, tenzij er sprake was van kwade opzet. Dat hield in dat de opdrachtgever niet als inhoudingsplichtige en premieplichtige werd aangemerkt wanneer de Belastingdienst constateerde dat er toch sprake was van een dienstbetrekking. Nu de VAR is ingetrokken hebben we te maken met de situatie zoals deze voor de VAR was, dus voor 2002. Dat betekent dat opdrachtgever en opdrachtnemer zelf moeten bepalen of er sprake is van een dienstbetrekking. Beoordelen opdrachtgever en opdrachtnemer dat verkeerd, dan kan de opdrachtgever worden aangesproken op de nog te betalen loonbelasting, premies volksverzekeringen, premies werknemersverzekeringen en premie Zorgverzekeringswet. Voor wat betreft de loonbelasting en premies volksverzekeringen (waaronder de premie Zorgverzekeringswet) is de opdrachtgever (dus feitelijk werkgever geworden) inhoudingsplichtige. Omdat de opdrachtgever alleen inhoudingsplichtige is, mag de opdrachtgever deze inhoudingen verhalen op de opdrachtnemer. Dat is een wettelijke regel, maar het is altijd goed om in overeenkomsten dit nog eens vast te leggen. Als de opdrachtgever de heffingen niet verhaalt (of kan verhalen) op de opdrachtnemer dan zal hij die heffingen moeten bruteren.
Risico opdrachtnemer/gever
Voor de opdrachtnemer (feitelijk werknemer geworden…