Bestuursbevoegdheid bij erfrechtelijke verkrijgingen of schenkingen
Samenvatting
De Minister van Veiligheid en Justitie heeft het voorstel voor een Reparatiewet ingediend waarmee een onevenwichtigheid in art. 1:97 BW wordt weggenomen. Op 1 januari 2012 treedt de Wet aanpassing wettelijke gemeenschap van goederen in werking (Stb. 2011, 205). Bij een erfrechtelijke verkrijging door of een schenking aan een der echtgenoten zonder uitsluitingsclausule van een niet op naam gesteld goed zouden beide echtgenoten bestuursbevoegd worden voor die goederen. Door dit wetsvoorstel wordt alleen de echtgenoot bestuursbevoegd aan wie de erfenis of schenking is toegevallen. Hetzelfde zal op grond van dit wetsvoorstel gaan gelden voor makingen, erfstellingen en legaten in de zin van art. 4:115 BW en art. 4:117 BW, en lastbevoordelingen in de zin van art. 4:130 BW.
Nieuwe regelgeving
Art. 97, lid 1, eerste volzin, Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek komt te luiden:
Een goed dat op naam van een echtgenoot staat of dat hij krachtens erfopvolging bij versterf, making, lastbevoordeling of gift heeft verkregen, staat onder diens bestuur.
Het voorgestelde art. 1:97, lid 1, onder d, BW vindt zijn grondslag in het volgende. Het wetsvoorstel tot aanpassing van de wettelijke gemeenschap van goederen voorzag er oorspronkelijk in dat erfrechtelijke verkrijgingen en giften van rechtswege buiten de wettelijke gemeenschap zouden vallen (vgl. Kamerstukken II 2202/03, 28 867 nr. 2, art. 1:94, lid 2, onder a, BW). Als gevolg van het amendement Anker is deze regeling echter komen te vervallen. Bijgevolg blijft de regel gehandhaafd op grond waarvan erfrechtelijke verkrijgingen…