Naar de inhoud

Burenrecht, erfdienstbaarheid van uitzicht

Artikel 695 BW bepaalt dat het niet toegestaan is op minder dan twintig palmen (twee meter) van het buurerf ramen, balkons en dergelijke te hebben, die rechtstreeks uitzicht geven op het erf van de buurman. Inbreuk op dit voorschrift kan worden gemaakt door een erfdienstbaarheid van uitzicht, van licht (artikel 727 BW) of, zoals in de navolgende casus, door een erfdienstbaarheid van uitkijk.

Van hun dakterras hebben de bewoners van een pand uitzicht op de tuin van hun buurman. De laatste wil aan deze situatie een einde maken. Tot midden 1985 waren de erven in één hand. Vaststaat dat toen dat medio 1985 veranderde, er al een vaste trap was naar het platte dak en dat het dak voor de toenmalige bewoners te gebruiken was. Er was echter nog geen omheining. In de akte van overdracht was de volgende clausule opgenomen:

'toestanden in strijd met het burenrecht zoals deze thans bestaan of door deze koop en verkoop mochten ontstaan tussen de opstallen van het bij deze akte verkochte en het aan de verkoper in eigendom blijvende gedeelte van het kadastrale perceel.... worden over en weer gehandhaafd en voorzoveel nodig over en weer bij deze als erfdienstbaarheden gevestigd en aangenomen ten behoeve van die percelen'.

Bestond er midden 1985, gezien de toenmalige situatie, een 'toestand' in strijd met het burenrecht en kan bovengemelde clausule, zo dat het geval is, voor deze situatie gelden als de vestiging van een erfdienstbaarheid van uitzicht?

De president in kort geding beantwoordt deze vragen bevestigend, het Hof vervolgens ontkennend. De bewoners kunnen, zo oordeelt het Hof, (een deel van…